Autisme kan worden omschreven als een complexe gedragshandicap met een breed scala aan symptomen, waarvan de meeste zich in de eerste drie levensjaren van het kind manifesteren: (1)
|
Kinderen met autisme zijn niet in staat om de emoties van anderen te herkennen en te interpreteren.
De taal capaciteiten zijn meestal beperkt.
Meestal vinden ze het moeilijk om een conversatie te beginnen of voort te zetten.
Vaak hebben ze een preoccupatie met een enkel onderwerp, een activiteit of een bepaald gebaar.
|
In de wetenschappelijke literatuur zijn reeds enkele studies gepresenteerd waarin de relatie tussen autisme en specifieke kenmerken van de handen is bestudeerd. In het vervolg van deze pagina wordt eerst kort beschreven hoe de kennis over autisme zich in de loop van de 20-ste eeuw heeft ontwikkeld. Vervolgens presenteer ik zelf enkele onderzoeksresultaten waaruit blijkt dat bij een hoog percentage van de onderzochte handen van autisten zeldzame dermatoglyfen op de pink worden aangetroffen.
|
De HAND ... een onbegrepen stukje
in de AUTISME-puzzel?
|
|
Na meer dan een halve eeuw onderzoek vormt het fenomeen 'autisme' nog steeds een onopgeloste puzzel. Nadat de stoornis in 1943 door Dr. Leo Kanner werd ontdekt hebben wetenschappers vele pogingen ondernomen om de symptomen te beschrijven.
----PDD's geschat per 10.000 personen (2)
|
Autisme |
8.1 op 10.000 |
|
Syndroom van Asperger |
38.4 op 10.000 |
|
PDD-NOS: |
12.0 op 10.000
|
|
Desintegratieve stoornis |
0.5 op 10.000
| |
Syndroom van Rett: |
0.5 op 10.000
|
|
|
|
De beschrijvingen van de stoornis in de DSM-IV en ICD-10 vormen het voorlopige resultaat (3). Binnen deze diagnostische classificatie systemen wordt autisme gerekend tot de zogenaamde 'pervasieve ontwikkelingsstoornissen' (Pervasive Development Disorders: PDD).
|
Omtrend de oorzaken van autisme heeft lange tijd veel verwarring bestaan. In de jaren '60 en '70 werd het ontstaan van autisme door psychiaters nog toegeschreven aan "... de kille houding van de ouders..." (4).
Inmiddels is duidelijk geworden dat erfelijke factoren - waaronder de genen - een belangrijke rol spelen bij het ontstaan van de stoornis. Ofschoon autisme meestal bij tenminst 16 van de 10.000 babies (= 0.16 %) wordt aangetroffen, hebben broertjes en zusjes een kans variërend van 3 tot 8 procent dat bij hen dezelfde handicap wordt vastgesteld (1).
Ook is duidelijk geworden dat autisme vaak gepaard gaat met een afwijking in de hersenen: in diverse studies is een groter hersenvolume gerapporteerd (5), en sommige aspecten van de hersenstam (1), het cerebellum en de limbische hersenen zijn bij autisten minder tot ontwikkeling gekomen (6). Het grote hersenvolume komt ook tot uitdrukking in een grote schedeldiameter (OFC) (7,8,9).
Naast een groot schedelvolume zijn nog enkele andere lichamelijke kenmerken in verband gebracht met autisme, waaronder: kleine voeten in combinatie met normale handen (10), en afwijkingen aan de oren ('posterior rotation' (10), lage aanzet (1,11) ).
Diverse wetenschappers hebben ook onderzoek verricht naar de kenmerken van de hand in relatie tot autisme. Recent is in het werk van John T. Manning 'Digit Ratio' (de vingerlengte verhouding tussen de wijsvinger en de ringvinger) vastgesteld dat autisme vaak gepaard gaat met een zogenaamde lage 2D:4D ratio - wat neerkomt op een relatief korte wijsvinger in vergelijking met de lengte van de ringvinger (12).
In een aantal studies is onderzoek verricht naar de relatie tussen autisme en de dermatoglyfen op de vingertoppen (13-19). Hierbij zijn veel tegenstrijdige resultaten aangetroffen. In het meest omvangrijke onderzoek van Wolman et.al. (17) werden geen significante resultaten aangetroffen t.a.v. van de onderzochte individuele kenmerken in de dermatoglyfen. Desalniettemin zijn in diverse studies aanwijzingen aangetroffen dat bij veel autisten zeldzame kenmerken in de dermatoglyfen worden aangetroffen.
Walker (13) schrijft bijvoorbeeld:
| "... the finding of low atd angles on palms of autistic children, but many of the index children provided angles which were well below the lower limit of 55o reported by Holt. Of those children with atd angles below 55o (only two control children scored so low) it may be said that their palmar configurations were unusually constricted." |
Overigens werden de dermatoglyfen in de handpalm tot op heden slechts in een drietal studies onderzocht (13,15,16). Op basis van de onderzoeksresultaten die ik in mijn eigen onderzoek heb aangetroffen, ben ik daarom geneigd om te stellen dat in de meeste genoemde onderzoeken de aandacht te éénzijdig is gericht op de dermatoglyfen op de vingertoppen. Ook werd in deze studies vaak het intelligentie niveau van de autisten niet nader omschreven, en meestal werd ook geen onderscheid gemaakt tussen de autistische mannen en vrouwen.
In het algemeen gaat autisme meestal gepaard met communicatie problemen die zich manifesteren in zowel de relatie met de ouders als de contacten met leeftijdgenoten. In de traditionele handanalyse worden communicatie problemen (met de ouders) veelal in verband gebracht met de pink, de zogenaamde 'Mercuriusvinger'. Edward D. Campbell schrijft in 'The Encyclopedia of Palmistry':
| "... The little finger deals with close personal relations, including parental relationships, intimate love, and sex. To these areas add possible gifts with music, speech, language, and other communications, and traditionally, as Mercury was the god of thieves, business." |
Uit de STATISTIEKEN van de onderzoeksresultaten - die hier volgend worden gepresenteerd - blijkt dat in de handen van 6 van de 19 onderzochte mannelijke autisten met een normale intelligentie (= 31.5%), de volgende combinatie van kenmerken is aangetroffen:
KENMERK 1: zeldzame kenmerken in de dermatoglyfen op de pink
KENMERK 2: in beide handen worden tenminste 28 triradii aangetroffen + de proximale transversale lijn (de zogenaamde 'hoofdlijn') is in beide handen verbonden met de longitudinale lijn (de zogenaamde 'levenslijn').
Omdat deze combinatie in de controle groep (200 normale mannen) bij geen enkele persoon (= 0.0%) is aangetroffen, lijkt de aanwezigheid van deze combinatie van kenmerken in de hand een sterke indicatie voor de aan autisme gerelateerde gedragsproblemen.
Overigens betreft dit geen 'willekeurige' combinatie van hand kenmerken. Want evenals de eerder genoemde lage 'digit ratio' die John T. Manning bij diverse groepen autisten heeft aangetroffen, is ook van KENMERK 1 en KENMERK 2 bekend dat deze vaker bij apen worden aangetroffen dan bij mensen. En ook bij autisten!
In combinatie met de beschrijvingen in de sectie Man-vrouw verschillen kan hierin zelfs een verklaring worden gevonden voor het feit dat autisme vaker bij mannen wordt aangetroffen dan bij vrouwen!
|
STATISTIEKEN
|
Voor ieder kenmerk wordt een beschrijving gegeven van de varianten die in de handen van de (intelligente) mannelijke autisten zijn aangetroffen. Tevens wordt beschreven hoe vaak iedere variant bij de autisten (N=19) en de controle groep (200 mannen) is aangetroffen.
|
|
KENMERK 1: zeldzame kenmerken in de dermatoglyfen op de pink
| |
Variant 1: een dubbele lus in de dermatoglyfen op het nagelkootje van de pink:
|
Populatie |
Beide handen |
In 1 hand | Geen van beide | |
mannelijke autisten (N=19): |
- | 21.0% | 79.0% |
|
normale mannen (N=200): |
- | 4.0% | 96.0%
|
|
Ksi2-test: sign. op: p<0.005-------------------------------------------------------------------
Uit de gegevens in bovenstaande tabel blijkt dat bij de autisten relatief vaak een dubbele lus op de pink is aangetroffen.
|
|
| |
Variant 2: een extra triradius d' + een bijbehorende lus in zone I4: (zone I4 is zone tussen triradius onder pink en triradius onder ringvinger)
|
Populatie |
Beide handen |
In 1 hand | Geen van beide | |
mannelijke autisten (N=19): |
10.5% | 21.0% | 68.5% |
|
normale mannen (N=200): |
1.5% | 9.0% | 89.5%
|
|
Ksi2-test: sign. op: p<0.01 -------------------------------------------------
Uit de gegevens in bovenstaande tabel blijkt dat bij de autisten relatief vaak een extra triradius + een bijbehorende lus in zone I4 is aangetroffen.
|
|
| |
Variant 3: gefuseerde triradius (C+D) in zone I4 (+AtD-hoek is kleiner dan 35o):
(normaal gesproken ligt in de handpalm onder iedere vinger een triradius; bij een gefuseerde triradius vallen 2 triradii samen op een plaats TUSSEN de normale locaties van de betreffende triradii: in dit geval in zone I4; de AtD-hoek betreft de hoek tussen de A-triradius onder de wijsvinger, de t-triradius bij de pols, en de D-triradius onder de pink - in het geval van een gefuseerde triradius C+D is de AtD-hoek meestal vrij klein)
|
Populatie |
Beide handen |
In 1 hand | Geen van beide | |
mannelijke autisten (N=19): |
- | 10.5% | 89.5% |
|
normale mannen (N=200): |
- | 2.0% | 98.0%
|
|
Ksi2-test: sign. op: p<0.005 ------------------------------------------------------
Uit deze gegevens blijkt dat bij de autisten relatief vaak een gefuseerde triradius (C+D) in zone I4 is aangetroffen, waarbij de AtD-hoek kleiner is dan 35 graden.
|
|
| |
Variant 4: een lus of spiraal onder de triradius onder de pink: --
----
|
Populatie |
Beide handen |
In 1 hand | Geen van beide | |
mannelijke autisten (N=19): |
5.3% | 5.3% | 89.4% |
|
normale mannen (N=200): |
- | 0.5% | 99.5%
|
|
Ksi2-test: sign. op: p<<0.005 ----------------------------------------------------
Uit de gegevens in bovenstaande tabel blijkt dat bij de autisten relatief vaak lus of spiraal onder de pink is aangetroffen.
|
|
| |
Variant 5: Twee lussen in zone I4: --
----
|
Populatie |
Beide handen |
In 1 hand | Geen van beide | |
mannelijke autisten (N=19): |
0.0% | 10.5% | 89.5% |
|
normale mannen (N=200): |
0.5% | 3.5% | 96.0%
|
|
Ksi2-test: sign. op: p=N.S. ------------------------------------------------------
Bij de autisten zijn relatief vaak twee lussen onder de pink aangetroffen.
|
|
KENMERK 2: in beide handen worden tenminste 28 triradii aangetroffen + de proximale transversale lijn (de zogenaamde 'hoofdlijn') is in beide handen verbonden met de longitudinale lijn (de zogenaamde 'levenslijn').
|
Populatie |
KENMERK 2 |
mannelijke autisten (N=19): |
42.1% |
normale mannen (N=200): |
10.0% |
| Binominaal-test: sign. op: p=0.0002 ---
Voorbeelden van triradii die zowel in de handpalm als op de vingertoppen worden aangetroffen.
KENMERK 1 + KENMERK 2:
|
Populatie |
KENMERK 1 + KENMERK 2 |
mannelijke autisten (N=19): |
31.5% |
normale mannen (N=200): |
0.0% |
| Binominaal-test: sign. op: p<<0.0001 -----------------------
|
|
|
|
|
REFERENTIES:
1. "The early origines of autism" (2000)
2. Bron: Centre for Human Development and Disabilities (CHDD)-Maastricht
3. "Het klassieke autisme of het syndroom van Kanner"
4. 4. "Sprookjes over autisme" (www.trimbos.nl)
5. "Images Show Brain Growth In Autistic Kids" (2002)
6. "Brainstem, cerebellar and limbic neuroanatomical abnormalities in autism" (1997)
7. OFC (= Occipito Frontal Circumference): de diameter van een schedel gemeten het voorhoofd tot het laagste punt van het achterhoofd.
8. "Head circumference is an independent clinical finding associated with autism" (2000)
9. "Head circumference in autism, Asperger syndrome, and ADHD: a comparative study" (2002)
10. "Minor Malformations and Physical Measurements in Autism" (1997)
11. "Incidence of minor physical anomaly in autism" (1977)
12. "The 2nd to 4th digit ratio and autism" (2001)
13. "A dermatoglyphic study of autistic patients" (1977)
14. "Fingerprints and laterality preferences of early-onset autism" (1979)
15. "A comparative dermatoglyphic study of autistic, retarded, and normal children" (1979)
16. "Dermatoglyphic analysis of autistic basque children" (1990)
17. "Dermatoglyphic study in autistic children and controls" (1990)
18. "Dermatoglyphic analysis of autistic Basque children" (1991)
19. "Ridge hypoplasia and ridge dissociation: minor physical anomalies in autistic children" (1993)
HANDLEZEN NETWERK |
DE NAGEL ENCYCLOPEDIE |
ALTERNATIEVE GENEESKUNDE
HANDLEZEN